Kennis en het ik

Gepubliceerd op

Voordat we naar de hoedanigheid van een fundament van kennis kunnen kijken, zijn er nog een aantal vragen die gesteld moeten worden. Een daarvan is de vraag: wat is ervaring?

We kunnen stellen dat ervaring altijd een wisselwerking is tussen subject en object: een subject ervaart een object (hij neemt deze waar). Als we nog een stap verder gaan, zouden we kunnen kijken naar bewustwording.

En hier betreden we een gevaarlijk gebied (in het licht van een kennisfundament), omdat we opnieuw een beroep zouden moeten doen op veronderstelling. Ik weet namelijk dat ik me van mezelf bewust ben, en van de wereld om me heen, en dat ik de buitenwereld ‘ervaar.’

Maar dat is nu juist het probleem: ik ervaar, ik denk (vergelijk Descartes’ cogito ergo sum), terwijl ik dit onmogelijk kan zeggen van anderen buiten mijzelf. Ik kan bijvoorbeeld niet bewijzen dat een ander boos is, blij is of pijn voelt, zelfs als de ander alle uiterlijke kenmerken van die toestand vertoont.

Als we dit doortrekken, maakt deze stelling van kennis, alle kennis, een ik-kennis. Niet specifiek kennis over mij en mezelf, maar kennis over de buitenwereld die alleen bij mij ligt. Dit ligt dan ook in het verlengde van wat ik eerder gesteld heb, namelijk dat alle kennis per definitie subjectief is (of omgekeerd: er bestaat geen objectieve kennis).

Ik wil hier nu een andere term gaan gebruiken, omdat Schopenhauer terecht heeft geconstateerd dat het gebruik van de termen ‘subject’ en ‘object’ tot verwarring heeft geleid. Ze veronderstellen elkaar: er kan alleen iets (object) gekend worden, als er ook een kennend (subject) is. In plaats van subjectieve kennis, zal ik in het vervolg over het eerder hierboven genoemde ik-kennis spreken. Ik wil dus benadrukken dat het niet om kennis over mijzelf gaat, maar om de kennis die het ik zelf bezit.

Alle kennis is dus per definitie ik-kennis. Dat geldt ook voor de kennis die tot mij (tot ons) is gekomen door andere bronnen (lezen, horen, zien, analoog dan wel digitaal). Ieder stukje kennis is door het ik (door mij) geïnterpreteerd, geconstrueerd, gevormd tot mijn persoonlijke kennis.

Alle informatie gaat per definitie door het ik-filter, wordt ik-kennis, ongeacht bij wie het terecht komt, bij mij of een ander.

Deze wereld is mijn wereld. Dat heeft niets met macht of schepping te maken, maar puur met kennis over de wereld: ik ken de wereld, zoals ik het ken. En ik kan dus niet te weten komen hoe de ik-wereld van een ander er uit ziet, laat staan dat ik de ik-kennis van een ander zou kunnen kennen. Want op dat moment gaat het meteen door mijn ik-filter, en wordt het mijn kennis. Deze visie komt waarschijnlijk deels overeen met de leer van Fichte, waar ik in een andere blog op terug zal komen.

Voor het gemak doen we in het dagelijks leven alsof we allemaal grofweg dezelfde interpretatie hebben van dezelfde informatie, en dat we dezelfde ervaringen delen. Het leven wordt erg vreemd als we die veronderstelling wegnemen; voor mijn onderzoek naar kennis is het echter van groot belang dat we alle valse fundamenten onderuit halen.

Voor nu hebben we voorlopig een ‘solide’ fundament gevonden: de ik-kennis. Nu wordt het zaak te kijken hoe solide het is.