Niets dan de waarheid?

Gepubliceerd op

In de voorgaande blogs zie ik een aantal gedachtegangen telkens weer terugkomen en herhaald worden. Herhaling is niet slecht (al doende leert men), maar het kan geen kwaad even pas op de plaats te maken en een samenvatting te geven. Daarna wil ik dieper ingaan op het begrip waarheid.

Tot zover kunnen we concluderen dat er alleen sprake is van kennis bij een kennende ik en een gekende buitenwereld. Beide zijn gegeven, en kennis ontstaat dan, en alleen dan, wanneer het ik iets te weten komt over (of interageert met) de buitenwereld.

Alle kennis, alle ‘ware’ kennis is persoonlijke kennis, ik-kennis en kan niet geobjectiveerd worden buiten het ik. De volledige ‘waarheid’ kan nooit bereikt worden, omdat wij (jij, ik) altijd vast zitten aan het ik-filter. Dat geldt dus voor direct opgedane kennis (empirie, verstand), als voor indirecte kennis (opgedaan door een medium, zoals video of boek).

Het volgend probleem rijst bij het begrip waarheid. Je kunt op verschillende manieren naar waarheid kijken; bijv. door bevestiging of ontkenning in de empirische buitenwereld. Hier gaat het om een ‘object’, verschijnsel of verandering in de buitenwereld die moet bevestigen of een uitspraak of hypothese waar is.

Daarnaast kun je spreken van logische waarheid, waarbij de waarheid van een uitspraak afhangt van de premissen. Hier wordt dus gebruik gemaakt van het verstand, en van onderling gemaakte afspraken, en is de waarheid niet afhankelijk van empirische bevestiging in de buitenwereld. Ook in de wiskunde, algebra en geometrie neemt de logische waarheid een belangrijke plaats in.

Naar mijn visie is waarheid een conventioneel gebruikte term om consensus te krijgen tussen mensen. Door afspraken te maken over wat ‘waar’ is, en wat de voorwaarden zijn om ‘waarheid’ te bereiken hebben we zogenaamde bouwwerken van kennis opgebouwd.

De waarheid, in strikte zin van het woord, is onkenbaar, net als het zijn van de zijnden an sich.

Om te kunnen leven en handelen moeten we doen alsof we kennis vergaren, onderscheid kunnen maken tussen waar en niet waar etc. We noemen iets waar, omdat het binnen onze conventies waar is. Dat wil niet zeggen dat het in strikte zin waar is (maar ook niet dat het onwaar is). We kunnen eenvoudig niets over de waarheid zeggen.

De volgende conclusie, die ook door Kant gesteld is, is zeer belangrijk voor dit onderzoek. We kunnen wel iets over het gekende zijn (of gekende zijnden) zeggen, maar niets over het zijn an sich.

Zo stoten we ons opnieuw tegen een muur.