Een onverwachte uitweg?

Gepubliceerd op

Tot nu toe zijn we herhaaldelijk tegen dezelfde muur aangelopen, namelijk het niet kunnen kennen van het Ding an sich. Dit lijkt dan ook onvermijdelijk te leiden tot een transcendentaal idealisme, waarbij er als het ware twee domeinen zijn die incompatibel lijken, nl. de ‘objectieve’ buitenwereld an sich en de ‘conventionele’ wereld zoals wij die kennen.

Kant heeft echter duidelijk aangegeven dat hij het bestaan van een buitenwereld an sich wel veronderstelt, een stelling waarbij ik me dus bij aangesloten heb. Ook heb ik gesteld dat wij de waarheid wel kunnen benaderen, maar nooit zeker kunnen zijn over het bereiken van de waarheid.

Nog moeilijker wordt de stelling dat de waarheid (ontologische waarheid) wel bestaat, maar niet kenbaar is voor ons. Bestaat er dan ware kennis, als er niemand is die die kennis kan opdoen?

Een deel van het probleem is mijn stringente benadering van de begrippen waarheid en kennis. We zouden die strikte aanpak los kunnen laten om wat gemakkelijker aan antwoorden te komen, maar dat is nu juist niet de bedoeling. En het doel is zeker niet om volledig sluitende antwoorden te vinden, zoals ik ook eerder aangegeven heb. De stringente aanpak is juist veeleer bedoeld om bewustwording over eigen aannames te stimuleren en meer vragen op te roepen.

Ik wil nu een brug slaan naar een onverwachte oever. Deze brug kan veel hulp bieden, maar zal tegelijk ook voor een hoop weerstand zorgen, zeker in het licht van mijn scepticisme.

Ten eerste: de waarheid is, het Ding an sich is, en dientengevolge kan er ook ware kennis zijn. Dit hoeft niet noodzakelijk zo te zijn vanwege een object-subject relatie (er is pas sprake van een object als er een kennend subject aanwezig is); veeleer gaat het hier om twee aspecten die los van elkaar bestaan.

Waarheid en Ding an sich kunnen bestaan, op zichzelf, onafhankelijk, en de kenner kan ook bestaan, op zichzelf, onafhankelijk.

Dit druist in tegen vele gangbare opvattingen over subject, object en kennis, zeker in het licht van de filosofen die we tot nu toe behandeld hebben. De stap naar een onafhankelijke kenner en onafhankelijke kennis lijkt speculatie te zijn, omdat we niets sluitends, niets waars over de hoedanigheid van deze zaken kunnen zeggen. Er rest ons niets dan aan te nemen dat ze er zijn.

Toch, en dat is het gevaarlijke en het lastige, moet er gezocht worden naar een brug tussen de twee domeinen (ware domein en conventionele domein). Het zoeken of het vragen naar een brug impliceert dat de twee domeinen niet volledig incompatibel zijn; er zou dus interactie tussen de twee mogelijk moeten zijn (vergelijkbaar met het klassieke geest/lichaam-dualisme).

Hoe deze interactie zou kunnen plaatsvinden, dat is een vervolgvraag. Evenals de aard van de twee genoemde domeinen, waarbij gezegd moet worden dat wij altijd vanuit het conventionele perspectief kijken.

Wij kunnen niet voor een ander perspectief kiezen, het is en blijft ons gegeven. We kunnen niet naar het universum, het Alles, van buitenaf kijken, omdat we er middenin zitten. Is er dan een kenner die dat wel kan? Het is overduidelijk dat deze vraag, deze speculatie al veel vaker geopperd is.

Ook al is de vraag niet nieuw, toch kan een nieuwe richting van bevragen wellicht meer scherpte en diepte bieden in onze conventionele kennis. We zouden wel eens tot grote verrassingen kunnen komen.