Nu mijn metafysische positie deels uitgewerkt (en herhaaldelijk gecorrigeerd) is, wordt het tijd om verder de diepte in te gaan. In de eerdere blogs heb ik een draai gemaakt t.o.v. speculatie. In plaats van het te willen vermijden, zie ik het nu als noodzakelijk voor de metafysica.
Maar niet zomaar speculatie ‘in het wilde weg;’ nee, de kracht ligt bij gerichte speculatie. Wat wordt daarmee bedoeld?
In het kort: alle beschouwingen over het zuivere subject, over ware kennis en het Ding an sich, zijn gerichte speculatie, juist omdat het zijn van deze componenten niet gevat kunnen worden door het ik. Het is gericht, omdat het gefocust is op het ware domein, zoals dat gedefinieerd is in mijn schema; dit schema staat dan ook aan de basis van de kennis over het zijn.
Om een eerder genoemd voorbeeld aan te halen: de vraag ‘is er een God?’ is geen gerichte speculatie, omdat het vaststellen van het antwoord waarheidstechnisch gezien niet mogelijk is. De vraag ‘wat is God (als zuiver subject)?’ is wel gerichte speculatie, omdat dit betrekking heeft op het zijn of de hoedanigheid van een zuiver subject.
Alle oordelen, beschouwingen etc. over onze conventionele kennis zijn ook geen gerichte speculatie, omdat we deze conventioneel als ‘waar’ beschouwen. Hiertoe behoren de zogenaamd feitelijke empirische onderzoeksresultaten. Strikt genomen zijn dit veeleer gestaafde veronderstellingen dan speculaties. Ik zal later in het project nog terugkomen op andere vormen van speculatie dan de gerichte.
Om terug te komen op de zijnsgrond: hoe zit het hiermee in het licht van speculatie? We hebben al eerder geconcludeerd dat zowel het ware als het conventionele domein dezelfde grond hebben, nog zonder te weten wat dat is. Maakt dat een oordeel over de grond niet ook meteen gerichte speculatie? Het antwoord is tweeledig: ja en nee dus. Ja, omdat de grond het ware domein fundeert, en nee, omdat het het conventionele domein fundeert. Ik geef toe dat dit erg verwarrend kan lijken, maar het zal in de loop van het project duidelijker worden.
De volgende vraag is een hele belangrijke en zal in de volgende blog aan de orde komen: vormt het ik de grond van het zijn? Vanuit de eerdere stellingen kan deze vraag negatief beantwoord worden (omdat het ik geen toegang heeft tot ware kennis). Toch is deze vraag zo belangrijk dat hij verder behandeld moet worden.