Nu ik in aanraking ben gekomen met Arthur Schopenhauer, en mijn vorige teksten heb herlezen, zie ik een aantal belangrijke onderwerpen terugkomen.
De eerste is de tegenstelling tussen subject en object. Daar hangt de vraag mee samen of er zoiets bestaat als ‘objectieve’ kennis. Vooral door het lezen van en over Heidegger en Schopenhauer zit ik zelf heel erg aan de kant van het scepticisme: er bestaat geen objectieve kennis, en alles is subjectief.
Deze stelling kan evenwel niet als doel dienen voor een essay of voor deze blogreeks. Wat wel mogelijk is, is om deze stelling te blijven bevragen of aan te vallen, in de vorm van these en antithese.
Voor nu blijven er twee vragen hangen, die elk tot een uitgebreide analyse gaan leiden:
• Is er ‘objectieve’ kennis?
• Is er een ‘objectief’ zijnde (een Ding an sich, zoals Kant het verwoordde)?
Dit zijn echter twee verschillende domeinen (namelijk kentheorie en ontologie). Toch, om een ‘objectief’ zijnde te kennen, moeten we ons beroepen op de kentheorie.
Hoe gaan we dan voorkomen dat we in een vicieuze cirkel belanden, en continu een beroep doen op reeds bestaande en verwarrende begrippen, terwijl we alle analyses van voorgaande filosofen recyclen?
Dan komen we weer terug op de vermoedelijke hoofdvraag van het project, namelijk: wat is ‘zijn’?
Wat al mijn ervaringen met filosofische en andere auteurs me geleerd hebben, is dat het belangrijk is om terug te gaan naar de basis: het heeft geen zin een bouwwerk te bouwen als het fundament nog niet gelegd is.
Ik ben opnieuw sceptisch: de fundamenten die wij hanteren, in onze persoonlijke leefwereld, de hedendaagse filosofie en wetenschap, de media et cetera, zijn geen fundamenten. Naar de ‘echte’ fundamenten moet opnieuw gezocht worden. Deze houding is evenwel niet nieuw (hij kwam ook aan de orde bij Heidegger en Schopenhauer). Laatstgenoemde auteurs kwamen met een oplossing of systeem, waarvan de kernen vormden: het Dasein van Heidegger en de wil van Schopenhauer.
Er schuilt nu enige ironie in mijn project: ik probeer de twee genoemde filosofen te kopiëren en volledig onderuit te halen. Ik wil dezelfde denkwegen volgen, om vervolgens er zijwaarts tegenin te beuken.
Het doel is niet om een volledig nieuw systeem op te tuigen, dat op zijn beurt weer als voer kan dienen voor volgende generaties metafysici (als die er komen). Het doel is de vraag te stellen, die vragen te stellen, die zelden meer gesteld worden. Dat is ook de reden waarom ik zoveel ruimte besteed aan de vraagstelling.
Als de juiste vraag en/of vragen opnieuw gesteld zijn (over het zijn en over kennis), dan kan dat mogelijkerwijs leiden tot een bevredigend antwoord. Het antwoord of de conclusie is echter niet het doel. Er zijn in dit leven helaas alleen maar vragen en geen zekere antwoorden.
Ondanks deze sceptische houding wordt dit hopelijk een interessante analyse. De weg kan ons opnieuw laten verwonderen, en opnieuw met andere ogen laten kijken naar de wereld.
Een reis van duizend kilometer begint met een stap. Die is nu gezet.