Categorie: Deel 2

  • Benadering van de grond

    In een eerdere blog hebben we het gehad over veronderstellingen; we zijn nu op een punt beland dat we veel waarde moeten hechten aan deze aannames. Aan de hand van de ‘negatieve’ destructieve methode is aan het licht gekomen dat ware kennis, kennis over de zijnden an sich niet mogelijk is.

    Echter, zoals eerder aangestipt, moeten we nu ook de focus verleggen naar de positieve methode. Wat kunnen we wel kennen, in de strikte zin van het woord?

    Als we de waarheid nooit kunnen bereiken, kunnen we haar dan wel zo dicht mogelijk benaderen?

    En kan het niet zo zijn dat een stuk kennis van onze kant opeens volledig overeenkomt met de waarheid?

    Hier betreden we echter het gevaarlijke domein van de speculatie. Onze ‘kennis’ en onze aannames kunnen we volledig logisch analyseren, maar we kunnen het niet vergelijken met de waarheid, omdat we daar geen weet van hebben. Ook kunnen we geen scheidsrechter van buiten te hulp vragen, die beide categorieën beoordeelt; we zijn allemaal mensen, die dus ook geen toegang hebben tot de waarheid.

    Als we het gaan hebben over een hogere macht (zoals God), dan blijft er opnieuw van logische analyse niets over. De analyse doet in dat geval beroep op geloof en vertrouwen (welke zaken op zich niet verkeerd zijn), waardoor de hele exercitie naar het terrein van de speculatie verwezen wordt.

    Dan; als we ons erbij neerleggen dat de waarheid niet volledig te bereiken is, maar slechts bij benadering, wat betekent dat dan? Hoe weten we zeker dat we dichter bij komen, in plaats van er verder van verwijderd worden? Immers, het referentiepunt (de waarheid) is voor ons onkenbaar. Een analogie met sport: als je wilt scoren, moet je wel weten waar je doel is.

    Zoals eerder aangegeven hebben wij ons in de wetenschap en daarmee ook in de maatschappij vele malen vastgehouden aan een paradigma, dat later verkeerd bleek te zijn. Maar net zoals we in het dagelijks leven veronderstellingen nodig hebben, heeft ieder vakgebied wel een paradigma nodig, hoe wankel ook.

    Het is niet zo dat we hier ieder paradigma dat vandaag de dag heerst moeten analyseren en af moeten breken. Voor de zoektocht naar kennis en naar het zijn is het vanaf nu eerder andersom: wat kunnen we wel als grond voor deze zaken stellen? En waar moet deze grond gezocht worden?

    Om de zaken even helemaal om te keren: de grond is waarschijnlijk wel aanwezig, stabiel en kenbaar (ofschoon het geen strikte waarheid of kennis is). De grond is conventioneel kenbaar (d.m.v. ik-kennis), zodanig dat het een basis vormt voor ons conventionele dagelijkse leven, met al haar indrukken en ervaringen.

    We moeten ons er alleen bij neerleggen dat deze grond een benaderingsgrond blijft: ze zal nooit perfect zijn en nooit helemaal uitsluitsel bieden over het zijn.

    Het mystieke aspect van het zijn (en het leven in het algemeen) blijft echter haar charmes houden. Gelukkig maar, want dat maakt deze zoektocht juist zo interessant.